uu77

Rosa Boone, Foto door Femke Reijerman
Rosa Boone, Foto door Femke Reijerman

Hoe kan het bodemleven helpen met een transitie naar een duurzame landbouw?

Misschien ken je het wel, de geur die je ruikt als het na een lange droogte weer geregend heeft. Die geur, geosmine, wordt uitgestoten door bacteriën in de bodem en is slechts één van de vele vluchtige organische stoffen (VOC's) die bodemorganismen (schimmels en bacteriën) uitscheiden. Onderzoek toont aan dat deze geuren waardevolle informatie bieden over de bodemgesteldheid. Kan deze informatie bijdragen aan een transitie naar duurzamere landbouwsystemen?

De noodzaak van verandering 

De moderne landbouw staat onder druk. We zien steeds duidelijker de negatieve effecten van de intensieve landbouw op onze natuurlijke systemen. Stikstofemissies tasten natuurgebieden aan, insectenpopulaties nemen af, en ons landschap versimpelt. Ook extreme weersomstandigheden, zoals droogte en hevige regenval, komen vaker voor en bedreigen oogsten wereldwijd. Daarbij komt dat de landbouw sterk afhankelijk is van externe middelen zoals kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen. Dit maakt het systeem kwetsbaar, vooral als deze middelen minder beschikbaar worden door stijgende kosten of strenge regelgeving.

"We moeten op zoek naar alternatieven, naar een landbouwsysteem dat minder afhankelijk is van externe middelen en meer gebruikmaakt van natuurlijke processen," vertelt Rosa Boone, onderzoeker aan de uu77. Biologische, regeneratieve en natuurinclusieve landbouwmethoden zijn hier voorbeelden van. "Wat deze systemen gemeen hebben, is dat ze veel meer gebruik maken van de natuurlijke processen in de bodem. Uit onderzoek weten we ook dat het bodemleven een drijvende kracht is achter al deze processen, en dat de intensiviteit van landgebruik dit bodemleven kan aantasten. 

Onderzoek in de Ooijpolder 

Boone onderzoekt deze processen in de Ooijpolder, waar ze samenwerkt met boeren, ecologen en organisaties als LTO en Staatsbosbeheer. In haar onderzoek vergelijkt ze drie typen grasland: graslanden onder gangbaar beheer, graslanden onder extensief beheer en semi-natuurlijke graslanden onder beheer van Staatsbosbeheer. In deze graslanden meet ze VOC's die het bodemleven uitscheidt, en deze stoffen blijken snelle indicatoren van veranderingen in het bodemmanagement. "Vroeger roken boeren aan hun land om te bepalen hoe het ervoor stond," vertelt Boone. "Die geuren zouden ons nog steeds kunnen vertellen wat er onder de grond gebeurt."

Sneller inzicht door bodemgeuren 

Het onderzoek heeft inmiddels zestien verschillende VOC's geïdentificeerd die kunnen aangeven hoe het management van een grasland het bodemleven beïnvloedt. Dit is belangrijk, omdat steeds meer boeren willen overstappen naar extensievere vormen van landbouw. "Boeren willen graag weten of hun aanpassingen effect hebben op het bodemleven. Met traditionele DNA-analyses duurt het vaak jaren voordat je veranderingen ziet, met de verschillen in geurstoffen zou je dit veel sneller kunnen aantonen."

Stabiliteit en veerkracht 

De eerste resultaten laten zien dat de schimmelgemeenschappen in extensief beheerde graslanden compleet anders zijn dan bij intensief beheer. Daarnaast lijkt de grasproductie in extensief beheerde graslanden stabieler, ook tijdens droogteperiodes. Ook lijkt het erop dat de extensief beheerde graslanden iets beter functioneren dan de gangbare graslanden.  Boone legt uit: "Dit zijn drie sterke aanwijzingen dat het bodemleven een effect zou kunnen hebben op het functioneren van de landbouwgrond. De keuzes die we maken op het gebied van management , zouden daadwerkelijk effect kunnen hebben op het bodemleven, wat vervolgens invloed heeft op het functioneren van de bodem. Dit is vooral belangrijk als je streeft naar veerkrachtige bodems die bestand zijn tegen verstoringen zoals droogte. Schimmels in biologische graslanden kunnen bijvoorbeeld planten helpen beter bij water te komen," legt Boone uit. "Dit maakt de graslanden veerkrachtiger bij extreme weersomstandigheden."

Geen universeel goede bodem 

Toch waarschuwt Boone voor overhaaste conclusies over wat een 'goede' bodem is. "Er bestaat niet één goede bodem. Een natuurlijk grasland kan een hele hoge biodiversiteit hebben, maar een lage productie, en een productie grasland vice versa. Wij zijn op zoek naar het optimum tussen productie, biodiversiteit en functioneren. Een biologische boer heeft andere eisen aan zijn bodem dan een natuurbeheerder. Het gaat erom welke functies je wilt vervullen."

Sleutelrol voor de bodem 

Het onderzoek laat zien dat het bodemleven een sleutelrol kan spelen in de transitie naar duurzame landbouw. Door beter te begrijpen hoe het bodemleven reageert op verschillende vormen van beheer, kunnen boeren gerichter ondersteund worden in deze transitie.

BetaBoost

In de BetaBoost krijg je maandelijks een inkijkje in lopend onderzoek van de bètafaculteit (FNWI) en de maatschappelijke impact ervan. Heb je een vraag over een actueel onderwerp waar je een wetenschappelijke blik op wilt? Laat het ons weten via communications-science[at]ru.nl.

Photo: Femke Reijerman

Literatuurverwijzing

Rosa W.C. Boone, Joris Meurs, Riikka Rinnan, Hannie de Caluwe, Anouk A. Wakely, Jan-Willem C. Takke, Simona M. Cristescu, Wim H. van der Putten, Hans de Kroon, Bjorn J.M. Robroek, Microbial scents: Soil microbial Volatile Organic Compounds (mVOCs) as biomarkers for grasslands across a land use gradient, Soil Biology and Biochemistry, Volume 204, 2025, 109749, ISSN 0038-0717,
.