Wereldwijd zijn talrijke meren, reservoirs en beken onderhevig aan tijdelijke uitdroging. De uitstoot van CO2 uit deze droogvallende zoetwatersystemen vertegenwoordigt een tot dusver over het hoofd gezien proces in de mondiale koolstofcyclus. Habitats met blootliggende sedimenten zijn onder meer vijvers en efemere rivieren, ondiepe sedimenten van meren en het aftapgebied van stuwmeren met grote waterpeilschommelingen. Hoewel een dalend waterpeil vaak wordt gevolgd door de vestiging van terrestrische vegetatie, heeft het onderzoek zich tot dusver geconcentreerd op onbegroeide, blootgestelde sedimenten.
Toch kan de vestiging van vegetatie de CO2-verliezen veroorzaakt door de CO2-uitstoot van de bodem compenseren. Met Dryflux II willen de onderzoekers inzicht krijgen in de rol van terrestrische vegetatie die groeit op droge aquatische systemen op de koolstofcyclus en CO2-emissies op wereldschaal. Bijdragende partners voeren metingen uit met een gesloten kamer-benadering en analyseren het gehalte aan organische stof van bodem en planten.
De gecoördineerde metingen op verschillende locaties moetenzullen de volgende vragen beantwoorden:
- Hoe moduleert de terrestrische primaire productie de lokale droge fluxschattingen?
- Hoe overheersend is terrestrische primaire productie op sedimenten van droge binnenwateren?
- Hoe wordt het effect van terrestrische primaire productie op de droge fluxen beïnvloed door milieuomstandigheden op lokale of regionale schaal?
- Wat zijn de uiteindelijke effecten op organische en anorganische koolstof in sedimenten van droge binnenwateren?