De twee uit Rusland afkomstige wetenschappers ontvingen de Nobelprijs voor Natuurkunde 2010 omdat zij aan de universiteit van Manchester als eersten ‘grafeen’ maakten en onderzochten. Grafeen is de allerplatste variant van koolstof: het is maar één atoom dik. Grafeen is vanwege zijn eigenschappen (sterk, flexibel, ondoordringbaar en zeer goed geleidend) een grote belofte voor allerlei technologische toepassingen.
Om de eigenschappen van dit bijzondere materiaal te onderzoeken gebruikten de onderzoekers onder andere de faciliteiten van HFML/Felix, het lab voor hoge magneetvelden van de uu77. Geim en Novoselov waren beiden bekend met het lab en hebben er in het verleden gewerkt. Novoselov promoveerde tevens bij de Nijmeegse magneetonderzoeker Jan-Kees Maan.
Tijdens hun werk in Nederland leerden zij ook hun landgenoot Mikhail Katsnelson kennen. De hoogleraar Theoretische fysica publiceerde al voor de daadwerkelijke ontdekking van grafeen over de fysische eigenschappen van het tweedimensionale koolstofmolecuul. Het was het begin van een vruchtbare samenwerking. Zonder de hulp van Katsnelson zou het onderzoek nooit zo snel zo ver zijn gekomen, gaf Geim in zijn Nobelprijs-rede aan.