uu77

danny busch
danny busch

Vijftien jaar IFR: stevige reputatie in Nederland en daarbuiten

Begin 2025 bestaat het Instituut voor Financieel Recht (IFR) vijftien jaar. In die tijd heeft het zowel nationaal als internationaal een solide positie opgebouwd, zegt directeur Danny Busch. “We hebben ons bestaansrecht ruimschoots bewezen.”

Het instituut doet onderzoek over de volle breedte van het financieel recht. Daarbij staat de interactie tussen theorie en praktijk centraal. Hoogleraar Financieel recht Danny Busch is directeur én een van de oprichters van het IFR. Hij studeerde vanaf 1992 rechten in Utrecht, volgde een master in Europees recht en rechtsvergelijking in Oxford en promoveerde op een rechtsvergelijkend proefschrift. In 2002 koos hij bewust voor de praktijk, bij advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek. “Ik vond het niet voldoende om de theorie te kennen, ik wilde ook de dynamiek van de financiële wereld ervaren.” Financieel recht is volgens Busch voor tachtig procent EU­-recht. “Steeds meer regels komen uit Brussel. Dat vertaalt zich in richtlijnen en tegenwoordig ook in rechtstreeks wer­kende verordeningen. Die europeanisering is een vruchtbare bodem voor rechtsvergelijking. Financiële contracten zijn in de EU bijvoorbeeld verregaand gestandaardiseerd. Bij juridische geschillen over zulke contracten zie je in verschil­lende lidstaten rechtszaken ontstaan en uitspraken gewezen worden. Dat is fantastisch om te zien. Alle ingrediënten die ik zo mooi vind aan rechtsvergelijking en europeanisering, zie ik terug in het financieel recht.”

Ik vond het niet voldoende om de theorie te kennen, ik wilde ook de dynamiek van de financiële wereld ervaren.

Sparren met deeltijdhoogleraren

Het IFR werd opgericht in 2010, kort nadat Busch was gevraagd om hoogleraar te worden in Nijmegen. “Het lijkt misschien gek om zo’n instituut juist hier op te richten, ver van de Zuidas en Beursplein 5. Maar Nijmegen had al jaren het gerenommeerde Onderzoekcentrum Onderneming & Recht. Dat centrum zag toegevoegde waarde in een instituut dat financieel recht zou bestuderen. Mijn voorgangster Christel Grundmann­van de Krol en ik hebben toen de mouwen opgestroopt en het IFR vormgegeven.” Inmiddels werken er vijftien tot twintig mensen. “De harde kern bestaat uit twee hoogleraren – Arnoud Pijls en ik – en universitair docent en alumna Andrée Sikkema­-Lenaerts.” Daarnaast zijn er verschillende promovendi en een aantal deeltijdhoogleraren, zoals Bart Bierens (tevens werkzaam bij de Rabobank), Kitty Lieverse (gewezen partner bij Loyens & Loeff), Daan Doorenbos (partner bij Stibbe), en Frits-Joost Beekhoven van den Boezem (general counsel bij De Nederlandsche Bank). “Die deeltijdhoogleraren weten precies wat er in de praktijk speelt. We fungeren in feite als elkaars sparringpartner.”

Handboeken als overlevingsstrategie

De onderzoeksprojecten die het IFR uitvoert, initiëren de medewerkers zelf. Ideeën zijn er genoeg en de twee onder­ zoeksspeerpunten – duurzaamheid en digitalisering – bieden houvast bij de onderwerpkeuze. Busch zelf laat zich graag leiden door drie inspiratiebronnen: praktijk, actualiteit en rechtsvergelijking. “Ik onderzoek het liefst actuele onderwer­pen. Daarnaast kijk ik nadrukkelijk waar de praktijk behoefte aan heeft en hoe andere landen met die onderwerpen omgaan.” Een van de belangrijkste resultaten van de afgelopen vijftien jaar is de Oxford EU Financial Regulation Series. Dat is een reeks Engelstalige handboeken, die verschijnen bij Oxford University Press. Inmiddels zijn er dertien delen gepubli­ceerd, over onderwerpen als de Europese bankenunie, prospectusaansprakelijkheid en het bestuur van financiële instellingen. “Het zijn kritische besprekingen van nieuwe ont­ wikkelingen op ons vakgebied. De bundels worden zeer goed ontvangen en er verschijnen regelmatig actualiseringen.” Bij elk deel zijn vijftig tot zestig mensen betrokken, uit weten­schap en praktijk. “Het financiële recht is veel te breed om in je eentje bij te houden. En als je je toelegt op één onderdeel, kun je het grote plaatje uit het oog verliezen. Deze reeks is voor ons een soort overlevingsstrategie: doordat er zoveel mensen met verschillende expertises aan bijdragen, kunnen wij als wetenschappers het totaaloverzicht bewaren.” Naast het onderzoek organiseert het IFR elk jaar een sympo­sium. De eerstvolgende editie is op 7 februari volgend jaar en heeft als onderwerp ‘Financieel recht & geopolitiek’. “Een spannend thema”, zegt Busch. “Geopolitiek is heel actueel, denk bijvoorbeeld aan de sancties van de Europese Unie tegen Rusland. Een Russische oligarch met een rekening bij een Nederlandse bank, kan nu niet meer bij zijn geld. De financiële sector speelt dus een belangrijke rol bij het effec­tueren van sanctiewetgeving. Overheden zetten die sector dan ook steeds vaker in om publieke doelen te bereiken. Op het symposium vertellen specialisten over de actuele ontwikkelingen.”

Bachelorvak als toekomstwens

Door al die activiteiten heeft het instituut een stevige reputatie opgebouwd. “We hebben ons bestaansrecht ruim­schoots bewezen. Onze solide positie in Nederland en de rest van Europa is mede te danken aan de vliegwielwerking van de Oxford Series. Als je regelmatig zulke projecten initieert, dan vergroot dat je naamsbekendheid en verstevigt het nationale en internationale contacten.” En dan is er natuurlijk nog het onderwijs. Inmiddels is Finan­cieel recht een eigen vaksectie mét een masterspecialisatie. Op termijn zou Busch ook graag een keuzevak geven in de bachelor. “Je hoeft de krant maar open te slaan om te zien hoe belangrijk financieel recht is. We kunnen dus probleemloos interessante, actuele colleges verzorgen. Ja, een bachelorvak is absoluut een wens voor de toekomst.”

Banken voor het overheidskarretje

Kijkend naar die toekomst verwacht Busch dat de twee onderzoeksspeerpunten – duurzaamheid en digitalisering – belangrijk blijven. Dat geldt ook voor de geopolitiek. Een ander thema dat Busch de laatste tijd bezighoudt, is de beperking van de contractvrijheid van ban­ken. “Die vrijheid is de laatste jaren zozeer aan banden gelegd dat banken hybride instellingen zijn geworden: enerzijds commerciële ondernemin­gen, anderzijds steeds vaker een verlengstuk van de overheid. Ik noemde al de rol van banken bij sanctiewetgeving. Daarnaast zijn banken belang­rijk bij het opsporen van witwassen – ook een overheidstaak. De vraag is: wordt er niet te veel van hen verlangd, spant de overheid de financiële sector niet te makkelijk voor haar karretje? Ik heb hierover net een preadvies geschreven en denk dat het thema in de toekomst alleen maar belangrijker wordt.” Busch werkt inmiddels vijftien jaar in Nijmegen en voelt zich nog steeds op zijn plek. “Het financiële recht blijf ik enorm fascinerend vinden. En hoe mooi is het, dat je zelf kunt be­denken waarnaar je onderzoek wilt doen? Er zijn nog zoveel mooie onderwerpen. Onderzoeksvragen van buiten komen zelden voorbij, dus je moet wel self-propelling zijn, maar ik vind dat heerlijk. Ik wil hier nog jaren mee doorgaan.”

Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd in het alumnimagazine RadboudRechten. Lees hier het volledige magazine.

Contactinformatie

Organisatieonderdeel
Instituut voor Financieel Recht
Gaat over persoon
prof. mr. D. Busch (Danny)