In het publieke debat wordt vaak gesproken over boze, populistische burgers die het gevoel hebben dat er niet naar ze geluisterd wordt, signaleerde politicoloog Rosa Kindt: ‘We horen vaak over groepen die de macht willen terugpakken van de elite, voor het volk. Maar dat zijn natuurlijk nogal lege begrippen. Wat voor macht willen ze, en voor welk volk? Want een links-populistische burger heeft misschien een heel ander idee over welk ‘volk’ nu onvoldoende gehoord wordt dan een rechts-populistische burger.’
Uit het onderzoek van Kindt blijkt dat rechts-populistisch daarin in ieder geval een streng onderscheid maakt tussen ‘etnische Nederlanders’ en de rest, terwijl er aan de linkerkant van het spectrum nauwelijks onderscheid gemaakt wordt tussen wie er wel en niet bij ‘het volk’ hoort. 'Dat zijn best wel radicale verschillen. Ik was benieuwd of dat gevolgen heeft voor hoe deze groepen denken over democratische vernieuwingen. Want als je een hele nauwe definitie hebt van het volk, hoe sta je dan tegenover een bijeenkomst waar ook mensen een rol hebben die niet onder die definitie vallen?’
Legitimiteit
Steeds meer lokale overheden experimenteren met dit soort vernieuwingen, zoals burgerbegrotingen waarbij burgers mogen beslissen hoe (een deel van) het gemeentebudget besteed wordt, of referenda. Zulke initiatieven hebben als doel het vertrouwen in de democratie te vergroten, door de burger centraal te stellen in het besluitvormingsproces. Maar ervaart de (populistische) burger dat ook zo?
Het (ook voor Kindt) verrassende antwoord: ja. 'Burgers waren niet alleen blij om mee te doen aan deze bijeenkomsten, maar gaven ook vrijwel allemaal aan de uitkomst te waarderen en zien als een goede weerspiegeling van wat er leeft in de samenleving.’ Voor haar onderzoek sprak Kindt met deelnemers van burgerbegrotingen in Duiven, Maastricht en Amsterdam. Met interviews en vragenlijsten sprak ze met een veelvoud aan burgers, zowel populistisch als niet-populistisch, links als rechts.
Gehoord worden
Ook de rechts-populistische groep, die vooraf aangeeft zorgen te hebben dat er mogelijk veel niet-etnische Nederlanders de bijeenkomst bijwonen waardoor een niet-representatieve vertegenwoordiging, bleek na afloop positief. Kindt: ‘De kans om te zeggen wat je ergens van vindt, met andere burgers aan tafel, waarbij voor elk verhaal ruimte is, wordt door hen ontzettend gewaardeerd. Dat er naar ze wordt geluisterd, zorgt juist bij deze groep voor een positieve uitkomst.’ Volgens Kindt een belangrijk aanknopingspunt voor toekomstige burgerinitiatieven: het suggereert immers dat het wantrouwen over de democratie vooral zit in het gevoel niet gehoord te worden.
Hoewel de angst voor populistische sentimenten toeneemt bij veel mensen, waarschuwt Kindt dat het belangrijk is niet alle populisten over één kam te scheren. uit het onderzoek blijkt dat veel populistische burgers willen dat de democratie het volk beter vertegenwoordigt, waarbij voor hen het volk uit een hele brede groep bestaat. Deze populistische burgers kunnen daardoor juist een impuls geven aan de democratie, door ervoor te zorgen dat de burger een grotere rol krijgt in het publieke debat.’ Daarvoor ligt er een flinke taak bij de lokale politiek: ‘Als je echt wat wil doen met die boze burgers, dan moet je ze juist blijven betrekken bij burgerinitiatieven. Ook zij zullen zich dan meer verbonden voelen met onze democratie.’