uu77

Hooglerarenplan

In hooglerarenplannen geven faculteiten aan welke richting zij op willen met hun onderwijs en onderzoek. Hierin wordt de verbinding gelegd tussen enerzijds gemaakte en nog te maken keuzes ten aanzien van het onderwijs (het samenstel aan bachelor- en masteropleidingen) en onderzoek (de profilering) en anderzijds de benodigde of gewenste leeropdrachten. Het hooglerarenplan vormt het kader voor de voordrachten en benoemingen van hoogleraren. Het facultair hooglerarenplan is op zichzelf geen beleidsplan, maar sluit aan op het facultair beleidsplan.

Het facultair hooglerarenplan wordt elke vier jaar opgesteld door de decaan. Het college van bestuur keurt het plan goed. Het plan dient als basis voor de door het college van bestuur c.q. de decaan te nemen besluiten over individuele benoemingen. Tussentijdse wijzigingen worden jaarlijks meegenomen in de begroting en zijn onderwerp van gesprek in de begrotingsbesprekingen. n het hooglerarenplan wordt tenminste opgenomen:

  • Een overzicht van de opleidingen en het onderzoeksprogramma, en de koppeling met de hoogleraarposities en leeropdrachten. Uitgangspunt hierbij is: hoogleraarposities bedekken het (brede) onderzoeksprogramma of onderzoeksveld en hebben een duidelijke relatie met het onderwijs. Hierbij zijn ook accenten mogelijk: meer gericht op onderzoek, op onderwijs en/of toepassing.
  • De wijze waarop het hooglerarenplan in elkaar passen en elkaar versterken.
  • De wijze waarop de faculteit zich organiseert met of rondom hoogleraarposities. Welk ordenend principe is geldend, voor welke structuur wordt gekozen (afdelingen, secties, roulatie van bestuursfuncties)?
  • De doelstellingen die de faculteit wil behalen in de vier jaar van het plan. Hierbij wordt ingegaan op aspecten zoals man-vrouwverhouding, jong talent en doorstroom, ratio’s rondom hoogleraren-UHD-UD formatie, streefcijfers aantal vrouwelijke hoogleraren, ratio student–hoogleraarposities en promovendi–hoogleraarposities, hoogleraar 2 en 1.

Leeropdrachten in aanvulling op het hooglerarenplan

De instelling van een leeropdracht is altijd gebonden aan de goedkeuring van het college van bestuur. Als dit niet kan plaatsvinden bij de reguliere behandeling van het facultaire hooglerarenplan, gebeurt dit in het kader van het jaarlijks begrotingsgesprek dan wel op basis van een schriftelijk verzoek van de decaan, waarin een voorstel voor aanpassing van het facultair hooglerarenplan wordt gedaan. In geval van evaluatie of vacant komen van een leeropdracht is een apart besluit van het college van bestuur over continuering van de leeropdracht vereist alvorens tot herbezetting c.q. herbenoeming kan worden overgegaan.

De decaan richt in die gevallen een gemotiveerd verzoek tot het college van bestuur. Daarin is opgenomen:

  • om wat voor type leeropdracht (gewoon of bijzonder) het gaat;
  • de hoeveelheid fte die feitelijk vanuit eerste geldstroommiddelen of anderszins wordt ingezet;
  • de aard van de structurele toelevering aan opleidingen en onderzoeksinstituten;
  • de datum van ingang;
  • of en zo ja, welke evaluatietermijnen en criteria worden gehanteerd
  • tot slot wordt aangegeven wat de gevolgen zijn voor het totale kader: zijn er leeropdrachten die (eventueel op termijn) in verband met deze nieuwe leeropdracht komen te vervallen? Het college van bestuur toetst het voorstel en meldt zijn beslissing schriftelijk aan de decaan. Deze kan vervolgens de benoemingsprocedure starten.